Eén keer slechts speelde jonkheer Felix von Heijden in het Nederlands elftal. Zo droeg hij zijn steentje
bij aan de bronzen medaille van de voetballers op de Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen. Een veelzijdige sportman, want hij was ook succesvol tennisser, actief wielrenner en biljarter. En dan ook nog eens ruim 32 jaar burgemeester van Rosmalen. Rosmalen is in feeststemming als jonkheer Herman Carel Felix Clothilde von Heijden op donderdagmiddag 25 januari 1923 in een rijtuig zijn opwachting maakt als nieuwe burgemeester van het dorp. De vlaggen hangen uit, schoolkinderen groeten en zingen, harmonie Sint Cecilia speelt het Wilhelmus, er klinken saluutschoten. Naast de burgemeester zwaaien zijn verloofde, freule Aloysia Anna Catharina Maria Schade van Westrum, en zijn broer, die adjudant is van koningin Wilhelmina, hartstochtelijk mee. "Ik hoop in dit katholieke dorp mijn huishouden te stichten en veel gelukkige dagen te slijten", spreekt de burgemeester de bevolking vanaf het bordes toe. De jonge burgemeester (33) van adellijke komaf, is vooraf met gemengde gevoelens onthaald. 'Toch 'nne vreemde, van | 19 |
over de Maas', tekent dagblad Het Huisgezin op uit de Rosmalense monden. Zelfs buiten het dorp maakt men zich er druk om. 'Rosmalen gered', valt in diverse andere kranten, buiten Brabant, te lezen. Die opluchting blijkt gebaseerd te zijn op een toevoeging aan het krantenbericht over de benoeming. 'Jonkheer von Heijden is de bekende voetballer Von Heijden. 'Rosmalen darf ruhig sein. 0 tempora', verzucht het dagblad De Limburger. Die bejegening valt slecht bij P.J.O. van den Does de Willebois uit Den Bosch. In een ingezonden brief hekelt hij de verslaggeving en besluit met '0!, mores'. In Nijmegen onderstreept de plaatselijke krant meteen het verlies van Von Heijden als voetballer. 'Ook "Felix", nog altijd zoo populair en wiens meespelen niet alleen de kracht van het elftal maar ook het bezoekersaantal sterk vermeerdert, zal het publiek binnen de witte lijnen wel niet meer zien. Jhr. H.C.F.C. von Heijden is nl. bij Kon. Besluit benoemd tot burgemeester van Rosmalen. Tot een voetbalverbod op Zondag zal het in die gemeente wel niet spoedig komen!' Waaraan Felix von Heijden zijn aanstelling tot burgemeester te danken heeft, valt niet te herleiden. Zijn wapenfeiten in het maatschappelijk leven vallen vooralsnog in het niet bij zijn sportieve prestaties. Als burgemeester volgt hij wel het spoor van zijn vader, die burgemeester is in het Overijsselse Weerselo waar Felix op 11 april 1890 wordt geboren. Vijfjaar later wordt zijn vader betrapt op verduistering van gemeentegelden, voor een bedrag van 1516 gulden. De burgemeester gaat de gevangenis in en krijgt oneervol ontslag. Von Heijden senior wijkt vervolgens uit naar de Verenigde Staten, moeder verhuist met haar twee kinderen naar Nijmegen. Op het Canisius College voltooit Felix zijn middelbare schoolopleiding. In januari 1912 gaat hij in Helmond werken bij de plaatselijke textielfabriek N.V. Raymakers en Co's. Zijn loopbaan in het bedrijfsleven geeft hij in 1921 op voor een carrière bij de overheid; eerst als vrijwilliger bij de gemeente Bemmel, nabij Nijmegen, daarna bij de Provinciale Griffie van Noord-Brabant. Wat hij voor werk doet voordat Von Heijden burgemeester wordt, blijft mistig. "Hij was niks. Hij kon niks, alleen sporten. Hij voetbalde, maar tennissen vond hij veel interessanter, dat vond-ie heerlijk. Hij heeft tot zijn 65ste getennist. Biljarten deed hij ook, alles met de bal vond hij heerlijk. Hij nam het leven makkelijk", vertelt zijn dochter, jonkvrouwe Amélie Moons-Von Heijden (1924) in 2003 in het Brabants Dagblad.
Het brons op de Olympische Spelen van 1920 blinkt nog een beetje als deze adellijke burgemeester in 1923 naar Rosmalen komt. Hij stopt met voetballen bij Quick Nijmegen, meldt zich aan bij de veteranen van de Bossche voetbalclub Wilhelmina en gaat hockeyen en tennissen in Vught, bij respectievelijk MOP en Woburnpark. In Rosmalen hoeft de pastoor hem niet aan de belofte te herinneren een gezin te stichten. Op 12 juni 1923 (vier maanden na zijn installatie) trouwt hij in Den Bosch met de freule. Uit het huwelijk worden drie dochters en één zoon geboren: Amélie (1924), Marie Louise (1925), Felix (1927) en Clotilde (1931). Voetbal is geen gespreksthema in huize Von Heijden. Zijn dochter kan en wil in 2003 nog altijd niet geloven dat haar vader ooit met het Nederlands elftal olympisch brons heeft gewonnen. Ze klinkt oprecht | 20 |
verbaasd in een interview met Brabants Dagblad-journalist Henri van der Steen, die haar met dit onbekende familie-nieuws confronteert. In oude kranten en boeken leeft de voetballer wel voort. Hij is de linksbuiten van Quick Nijmegen dat in 1909 ongeslagen kampioen wordt van de tweede klasse C Oost met een doelsaldo van 71-9. In het jubileumboek bij het 50-jarig bestaan van Quick (1938) typeert auteur D. den Hartog hem als 'De Felix stoer enforsch, 'n voetbalgoochelaar'. Als ouderwetse (aanvallende) spil maakt hij met zijn rijzige gestalte vervolgens zoveel indruk dat het Nederlands elftal dichterbij komt. Von Heijden wordt regelmatig gekozen in het elftal van de Zwaluwen, een schaduwteam van Oranje. Veel lof wordt hem al toegezwaaid als hij met het Oostelijk elftal in juni 1912 tegen het Nederlands elftal speelt in een voorbereidingswedstrijd op de Spelen van 1912 in Stockholm. 'Bewonderenswaardig, een prachtspeler die goochelt met d'n bal. Hij heeft als spil nog tegen dat zijn plaatsen van den bal nog wat zwak is. Von Heijden is een van de veelbelovende jongeren', schrijft Het Sportblad in 1912 al. De Olympische Spelen komen dan nog te vroeg voor hem. Ronduit merkwaardig is het dat Von Heijden wel opduikt als deelnemer aan de Spelen van 1912. In het register met 2381 namen in het officiële Zweedse gedenkboek staat hij vermeld. Met, zoals wel vaker voorkomt, een y in de familienaam in plaats van de ij zoals het officieel vastligt: H.C.F.Cl. van Heyden, Holland, fotboll. Die vermelding is in diverse andere buitenlandse publicaties voor waar aangenomen, maar geen enkele Nederlandse getuigenis wijst op een rol van Von Heijden bij de Spelen van 1912. Of is hij simpelweg meegereisd als supporter met een officieel briefje van de voetbalbond? Want Felix heeft veel vrienden en houdt wel van buitenlandse avontuurtjes. Pas acht jaar later krijgt Felix von Heijden de status van international. Kort daarvoor, op 24 juni 1920, is hij bij Koninklijk Besluit samen met zijn broer, als leden van een Duitse adellijke familie, ingelijfd in de Nederlandse adel. Zijn entree in Oranje gaat gepaard met een warme aanbeveling van invloedrijke spelers als Harry Dénis en Oscar van Rappard. Met beide spelers van het Haagse HBS is Von Heijden als gastspeler van de Haagse herenclub in de zomer van 1920 op toer geweest door Scandinavië. Aanwezig daarbij is de eveneens geïnviteerde Carel Hirschman, vooraanstaand official van zowel de KNVB als de wereidvoetbalfederatie FIFA. In de vriendschappelijke wedstrijden (en daarbuiten?) bevalt Von Heijden zo goed dat hij plotseling in aanmerking komt voor het Nederlands elftal. Op zijn dertigste! Een keuze die aanvankelijk felle kritiek oproept. 'Deze ex-Quick speler is reeds enkele jaren wat men noemt op z'n retour. In z'n beste jaren heeft men hem nooit de eer waardig gekeurd de Oranje-trui te dragen. Hij heeft echter de toer van HBS blijkbaar uitstekend verwerkt en daaraan schijnt hij zijn opname te danken te hebben. Wij vragen echter wie van de leden der NEC (Nederlandsch Elftal Commissie) heeft Von Heijden in de laatste tijd zien spelen? Indien geen van de commissieleden hem heeft zien spelen, is het dan gerecht-vaardigd dat men hem op advies van de HBS'ers een plaats in het Nederlandsch Elftal inruimt?', schrijft journalist-scheidsrechter Christ Groothoff in Het Sportblad van 15 juli 1920. | 21 |
Groothoff windt er zich ook nog over op dat Von Heijden (met enige medespelers) de trainingsbijeenkomsten van Oranje aan zijn laars lapt. 'Von Heijden is nog geen enkele keer gesignaleerd. Hij is niet de enige. Wordt het geen tijd dat ook voor deze heren andere spelers aangewezen worden, die wel bereid zijn zich opofferingen te getroosten om hun land bij de zevende Olympische Spelen te vertegenwoordigen?' Het blijkt dat Von Heijden voor een eigen voorbereiding op de Olympische Spelen heeft gekozen. Hij is als zevende geplaatst voor de nationale tenniskampioenschappen in Hilversum. Twee jaar eerder is hij onder het pseudoniem Jansen met mr. L. Nypels al eens kampioen geworden in het dubbelspel. De 'grootmetige' Von Heijden staat bekend om zijn harde service, maar zijn spel wordt ook wel 'wild en onbeheerst' genoemd. Bij het NK van 1920 haalt hij in zowel enkelspel als dubbelspel de halve finale. Pas op 10 augustus heeft Von Heijden tijd voor de trainingswedstrijdjes van het Nederlands eftal tegen Blauw Wit in Amsterdam. Dan oordeelt Groothoff, een van de weinige journalisten die het voetbal op de voet volgt, heel anders. Hij acht Von Heijden een prima alternatief voor de nukkige vedette Jan de Natris (Ajax), de absolute nummer één op links in de voorhoede. 'Eén speler uit het B-elftal schijnt mij echter aangewezen om een plaats in de middenlinie te krijgen: Felix von Heijden. Hier was intusschen een veteraan vol jeugdig vuur in actie en z'n spel in het eerste half uur maakte zoon goede indruk, dat we hem met vertrouwen een plaats in het Nederlandsch elftal zouden zien innemen. Hij heeft uitmuntend gespeeld in deze oefenwedstrijden, is bovendien zeer stevig, heeft uithoudingsvermogen, is handig met den bal en beschikt over een dosis optimisme dat zich manifesteert in zijn altijd lachend gelaat. Juist het type van een speler datje noodig hebt in zware wedstrijden en juist de man om meneer de Natris te doen inzien datje ook bij tegenslag niet korzelig behoeft te worden.' Daags voor de eerste olympische interland, tegen Luxemburg, wordt een opstelling aangekondigd mét daarin Von Heijden én De Natris. Een dag later blijkt de aanvankelijk geblesseerde aanvoerder Leo Bosschart toch fit genoeg om te spelen. In zijn beschouwingen blijft Groothoff hameren op een basisplaats van Von Heijden ten koste van De Natris. 'Onbegrijpelijk en onjuist' vindt Groothoff het dat Von Heijden tot de reservebank wordt veroordeeld, een positie zonder perspectief omdat wisselspelers alleen bij een aantoonbare blessure zijn toegestaan. Enkele weken later zal blijken dat aanvoerder Leo Bosschart er nadrukkelijk voor heeft gepleit Von Heijden op te stellen in de halve finale tegen België, niet als linksbuiten maar als spil. 'Ik had onder anderen Von Heijden willen laten spelen in de plaats van Kuipers. Ik wilde liever een zware spil hebben tegen België', verklaart Bosschart bij een evaluatie van de Spelen. Die evaluatie moet helderheid scheppen in een flinke rel die voor eeuwig aan het Nederlands voetbalelftal van 1920 zal blijven kleven. Aanleiding zijn de nachtelijke avonturen van een groepje spelers, dat het na drie wedstrijden niet langer uithoudt in de muffe hutjes van het marineschip Hollandia waarop de Nederlandse sporters zijn ondergebracht. Terwijl de bobo's zich uitleven in luxe hotels, zijn de spelers aan boord gekluisterd in hun kajuitjes in de haven van Antwerpen. Met drie man in één kot; twee | 22 |
smalle ongemakkelijke kribjes aan de wand boven elkaar, één aan de andere zijde. Zonder elektrisch licht, zonder wasgelegenheid. Wie zich wil wassen, moet het water uit de Schelde ophalen. Na de kansloos verloren halve finale tegen België (3-0) keren enkele spelers niet terug van een uitstapje naar de binnenstad. Ze vinden elders in de stad nachtelijk verpoos. Vier 'belhamels' worden naar huis gestuurd, onder anderen Jan de Natris. De hele ploeg toont zich solidair en dreigt te gaan staken, ook al wacht er nog een wedstrijd om de derde plaats tegen Spanje. Het risico van een boycot dreigt. Felle discussies ontspinnen zich in de kranten. Het conflict krijgt een heuse naam: 'De Schande van de Schelde'. Het risico dat de wedstrijd om brons moet worden afgezegd, wil het Nederlands Olympisch Comité niet lopen. De vier spelers mogen blijven, maar zullen niet worden opgesteld. Zo komt Felix von Heijden alsnog aan zijn debuut in Oranje toe. Als linksbinnen leidt hij de tegentreffer in. Journalist Groothoff is dan al ontstemd naar huis vertrokken. Hij vermeldt alleen de opstelling. In andere media krijgt Von Heijden een redelijke beoordeling 'met een schot op de paal en een goede balbeheersing, maar hij is niet snel genoeg voor de vlugge Spanjaarden'. De wedstrijd gaat verloren met 3-1, maar er is toch een bronzen medaille voor de verliezers omdat finalist Tsjechië wegens wangedrag in de gestaakte eindstrijd tegen België wordt gediskwalificeerd. De uitslag is koren op de molen voor de pers. Het Limburgsch Dagblad citeert gretig uit De Telegraaf: 'De Oranje-mannen.... het oude roemruchtige Holland, de vroeger zoo gevreesde voetbalnatie heeft - o schande - een 3-1 nederlaag geleden tegen Spanje, de baby in het internationaal voetbalhuishouden'. Nu de Telegraaf zo uithaalt, kent ook de Limburgse krant geen remmingen meer om het verderf in de Randstad aan de kaak te stellen: 'Voor Katholieke ouders is dit een waarschuwing. In de neutrale voetbalorganisaties zitten dergelijke elementen. De Telegraaf-man hierboven bedoeld, zegt dat onder de Oranje-mannen de Gaylé-habitué's en de Astoria-helden waren. De Gaylé en Astoria zijn welbekende Amsterdamsche nachtbars met den aankleve daarvan. Een ieder, die zonen heeft, trekke zijne conclusie!' Voor Von Heijden blijft het bij één optreden in Oranje. Hij gaat op zijn dertigste een klasse lager spelen, bij HVV Helmond in de zuidelijke tweede klasse. Zijn registratie voor HVV Helmond is al vóór de Spelen (eind augustus/begin september) van kracht geworden. De overgang naar HVV Helmond heeft van doen met zijn werk bij textiel-fabriek N.V. Raymakers en Co's in Helmond. Van haar vader heeft zijn dochter later gehoord dat hij voor zijn werk elke dag van Nijmegen naar Helmond fietste. Het kunnen ook best trainingen geweest zijn voor het Nederlands kampioenschap wielrennen waaraan Von Heijden in 1914 deelneemt. Vanwege een wedstrijdverbod voor fietsers in Nederland wordt het kampioenschap verreden in België, een wegwedstrijd over 100 kilometer tussen Brussel en Gent. In de uitslagen komt zijn naam niet voor. Uit onderzoek van historicus Ernest Verhees voor het heemkundeblad Rosmalla blijkt dat Von Heijden na zijn middelbare schoolopleiding in Nijmegen in 1912 naar Helmond is verhuisd. Uit de 'Alphabetische lijst van Werkende leden' van Quick kan wor- | 23 |
den opgemaakt dat Von Heijden al op 1 augustus 1919 in de Steenstraat in Helmond woont. Toch blijft hij tot medio 1920 bij Quick Nijmegen voetballen. 'Alles scheen goed te gaan totdat er ineens een sauve qui peut plaats had. Van Heyden, die nog pas gehuldigd was ter gelegenheid van zijn 250sten wedstrijd, verpandde plotseling zijn hart aan... Helmond', noteert D. den Hartog in het jubileumboek 1888-1928 van Quick. Gedurende de gehele vorige eeuw heeft HVV Helmond niet geweten met Felix van Heijden een international in de gelederen te hebben gehad. Speurwerk van de journalist Matty Verkamman in oude edities van Het Sportblad en Sportkroniek, leidt tot die ontdekking. Op 20 oktober 1920 maakt Von Heijden zijn competitiedebuut voor Helmond, in de 2e klasse B, thuis tegen het tweede elftal van het Tilburgse NOAD (5-0). 'Helmond heeft Von Heijden op de centerhalfplaats en deze heeft het spel in handen gehad (!). Bij Helrnond blonken uit Von Heijden en Van Bree', schrijft de correspondent van de Sportkroniek. Vanaf 1 augustus 1921 staat Von Heijden weer op de ledenlijst van Quick, hoewel op 29 juli 1921 nog een woonadres in Helmond wordt genoteerd, PH-laan nummer 4. De terugkeer naar Quick houdt wellicht verband met zijn veranderde werkkring. Hij wordt ambtenaar, binnen twee jaar gevolgd door zijn benoeming tot burgemeester van Rosmalen, per 25 januari 1923. Wat hij daarna nog als voetballer presteert bij eersteklasser Wilhelmina is onbekend. De weg naar de tennisbaan kent Von Heijden al. In 1921 wint hij het eerste toernooi, dat op de banen van Woburnpark in Vught wordt gehouden. De oorsprong van deze tennisclub ligt in Rosmalen waar enkele Bosschenaren op een weiland achter café de Heiblom tegenover de psychiatrische inrichting Coudewater in 1917 een tennisbaan aanleggen. In plaats van een dure betonnen vloer maken ze zelf een harde ondergrond met trottoirtegels. De club krijgt de naam 't Tegeltje en verhuist twee jaar later naar betere banen in de Casinotuin van Den Bosch. In 1921 volgt de verplaatsing naar een theehuisje bij de IJzeren Man in Vught en krijgt de Bossche Lawn Tennisclub de naam Woburnpark. Na zijn komst naar Rosmalen speelt Von Heijden met Woburn-park in de eerste klasse. Tot in de jaren veertig blijft hij actief met competitietennis. Van 1930 tot 1944 is Von Heijden tevens voorzitter van de vereniging. Tennissen doet Von Heijden niet alleen in Vught, maar ook bij de familie Goulmy in Hintham. Met mej. Ria Goulmy vormt Von Heijden een succesvol gemengd dubbel, dat ook in nationale kampioenschappen lang in de race blijft. Daarnaast is de burgemeester van Rosmalen actief als hockeyspeler bij het Vughtse MOP nadat hij eerder al betrokken zou zijn geweest bij de oprichting van een hockeyclub in Helmond. In zijn woonplaats staat de sport dan nog op een laag pitje. Von Heijden legt er wel een biljartje en hij wordt beschermheer van de RK Sportvereniging ODI waaruit in 1947 na een fusie met Juliana (Hintham) de huidige voetbalvereniging OJC Rosmalen voortkomt. De burgemeester wordt de belangrijke animator van het nieuwe sportpark van ODI, dat hij op Tweede Pinksterdag 1941 zelf opent. Op zijn racefiets is Von Heijden enkele tientallen jaren een bekende verschijning in | 24 |
Rosmalen, meestal sportief gekleed in onder meer een driekwartbroek, ook wel bekend als 'plusfour' of drollenvanger. Thuis in villa De Driesprong, speelt Von Heijden graag piano of viool, maar bij zijn afscheid in mei 1955 kijkt de dorpsgemeenschap vooral terug op de ontwikkeling die het dorp onder de langstzittende burgemeester heeft doorgemaakt. Tijdens zijn burgemeesterschap is met de Beerse Overlaat de aanhoudende wateroverlast bedwongen. De ruilverkaveling heeft veel nieuwe boerderijen opgeleverd. De aanleg van leidingen voor water, gas en elektriciteit is voltooid en met de aanleg van talloze wegen en fietspaden heeft Von Heijden ook zichzelf een dienst bewezen. Op zijn fiets wil de burgemeester namelijk wel eens voor veldwachter spelen als hij iets waarneemt wat hem niet bevalt. Een bijzondere rol vervult hij volgens sommige bronnen ook tijdens de bezetting door inwoners van Rosmalen te behoeden voor maatregelen. Na de oorlog trekt de burgemeester er met de fiets op uit om werk voor dorpsbewoners te zoeken en in België koopt hij glas waarmee kapot geschoten ruiten kunnen worden hersteld. Bij zijn afscheid wordt de burgemeester royaal geprezen voor zijn inzet. Er wordt een weg naar hem genoemd, die nu onder druk van de Zuid-Willemsvaart-omlegging dreigt te verdwijnen. Von Heijden zelf verlaat vrij snel Rosmalen. Na zijn pensionering strijkt hij eerst neer in Den Bosch-Zuid, later in het appartementsgebouw Eikendonck te Vught. Op 17 november 1982 overlijdt jonkheer Von Heijden in Huize Lindenlust te Boxtel, op 92-jarige leeftijd. | 25 |
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 82, 83, 102, 286